Stoppels

Als mijn man op zakenreis is en ik klaar ben met mijn eigen werk in de avonduren, heb ik de woonkamer even voor mij alleen. De kinderen liggen in hun bed. En dan is het huis even helemaal alleen van mij. Dat betekent geen TV en geen afleiding en dit grijp ik dan ook direct aan om te ‘mediteren’, op mijn manier. Door muziek te luisteren, te schrijven en wat te mijmeren. In mijn ouderlijk huis, waar ik geboren en getogen ben en dat ik nog nooit heb verlaten. Het ouderlijk huis dat we, met al onze eigenaardigheden als gezin, toch echt tot óns huis hebben omgetoverd. Waar wij een nieuw leven zijn begonnen, exact twaalf jaar geleden, na de dood van mijn moeder. In deze kamer waar zij stierf, waar haar lege stoel nog steeds staat. Waar haar kacheltje nog steeds brandt en haar vleugel nog steeds bespeeld wordt Die kamer is compleet ingenomen door de kinderen, kijkende naar al het speelgoed. En als mijn man op de bank ligt, domineert de gigantische flatscreen TV.

Maar als ik alleen ben, zoals vanavond, dan is het even míjn huis en lig ík op mijn bank, waar ik als kind mijn koortsen en als puber mijn katers op heb uitgeslapen. Ik kijk om me heen naar een punt, waar ik op de ‘eenzame’ avonden altijd even bij stilsta; de lege stoel. Wat kan een lege stoel op gezette tijden toch leeg zijn, ondanks het feit dat mijn dochter al haar knuffels er in heeft gezet voor een theekransje vanmiddag. ‘Wat zou ze dat gezellig hebben gevonden’, bedenk ik me.

Mijn blik dwaalt verder af en mijn oog valt dit keer op een beeldje op de piano. Een handgemaakt borstbeeldje van een man en een vrouw, waarbij de man achter haar staat met zijn armen om haar heen. Een beeldje met rondingen en uit één stuk geboetseerd. Het straalt een soort eindeloosheid uit. Het staat symbool voor mijn ouders en het was een geschenk van een vriendin van mijn ouders, door haar zelf gemaakt. De maakster, tante Tijn, was een bijzondere vrouw voor mij. Zij was kosteres van de kerk, waar mijn vader predikant was. Iedere zondag ging ik braaf mee. Hoewel er activiteiten waren voor kinderen, de zogenaamde ‘zondagsschool’ koos ik voor het uitzitten van de preek van mijn vader, omdat ik samen met haar in de kerkbanken keihard “Poesje Mauw” mocht zingen, als de kerkliederen met luid orgelspel door de kerk galmden. Ik ben gehecht aan het beeldje, omdat ik, tijdens mijn puberteit, na de scheiding van mijn ouders en na de dood van tante Tijn, het beeldje heb gekregen, als symbool van eeuwige liefde. Liefde die mijn ouders weliswaar niet meer voor elkaar koesterden, maar wel voor mij. Het werd een troostbeeldje.

Ik weet nog dat ik als kind tante Tijn mocht bezoeken in het ziekenhuis, samen met mijn vader. Onderweg daar naartoe legde hij mij uit dat ze haar mooie lange haren was verloren, vanwege de chemokuur die ze moest ondergaan. Ik keek bij binnenkomst voorzichtig achter mijn vader langs om te zien hoe dat er dan uit zag. En inderdaad, de paardenstaart was weg. Ze gebaarde naar me en zei; “Hee, kom eens hier”. Ik liep haar kant op en ze kwam met haar hoofd naar me toe. “Voel maar”, zei ze. “Het is zacht”. Ik aaide over haar bolletje en inderdaad, zo stoppelig als dat het er uitzag, zo ziek als ze was, zo rauw als het was, zo donzig voelde het aan. Kort daarna overleed zij. De uitvaart, door mijn vader geleid en verzorgd in haar eigen kerk en door mijn moeder en mij bijgewoond, heeft een diepe indruk op mij achtergelaten. Het was voor het eerst dat mijn moeder mij, kort na de scheiding van mijn ouders, naar die specifieke plek bracht om afscheid te nemen van tante Tijn. Ik denk aan het beeldje.

De nalatenschap van tante Tijn pak ik vanavond vast en ik leg mijn vinger in haar, in de klei meegebakken, vingerafdruk. Ik besef me weer de symboliek voor oneindige liefde, die ondanks afstand of scheiding, vereeuwigd is en wordt voortgezet. Het herinnert mij aan ‘Poesje Mauw’ zingen in de kerk. Een tikkeltje ondeugend en toch heel lief. Mijn eigen lied zingen en de anderen in hun waarde laten. Om zonder oordeel, mijn eigen pad te bewandelen, mijn eigen geloof belijden. En wellicht degenen in mijn nabijheid een coupletje te laten meezingen, omdat ze het zo leuk vinden.

Om de stoppels van het te leven te durven aanraken en te voelen hoe zacht het kan zijn. Hoe lief en teder en tegelijkertijd rauw het leven kan zijn. En dat was een gedegen voorbereiding op de rest van het leven. Want zowel zakelijk als privé heb ik heel veel stoppels gezien, gevoeld, ervaren en letterlijk in mijn handen gehad. Het is ook niet voor niets dat mijn cliënten bij binnenkomst, zelden met “goed”, zullen antwoorden, als ik vraag hoe het met ze gaat. Want de schaduw komt sterk naar voren als ze bij mij in het licht mogen staan. Als een artiest in de spotlight, maar dan zonder masker. Dat mag af.

10 thoughts on “Stoppels

  1. Herinneringen aan vroeger, aan mijn fantastische jeugd in West- Friesland,
    met de fruittuinen van mijn opa en de boerderijen van vriendinnen, komen bij me boven tijdens het lezen van deze mooie bijna meditatieve – woorden.
    Ik heb ook zo’n mooi beeldje in de kamer, zelf gekocht na de dood van mijn man en liefde van mijn leven……het helpt mij steeds herinneren aan onze gelukkige jaren. Dank je wel Karin

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *