Door de wind…

In roerige tijden, doorbreek ik graag de onrust door een dagje naar zee te gaan. Op zonnige dagen, door weer en wind, het geeft me altijd rust. De zilte geuren, de oneindige vergezichten en het altijd hoorbare geluid van kabbelende golven. Een plek van bezinning en troost. Maar ook van ontdekking op een heerlijk zorgeloos speelveld.

Het was een onstuimige week geweest en ik was nog niet eens op de helft. Door de corona omstandigheden had ik wat stormpjes te trotseren. En juist door corona probeer ik de daaraan verbonden tegenslagen, die ik als ZZP’er zo nu en dan ook mag incasseren, om te zetten naar een investering in ontspanning, vreugde of ontwikkeling. Ik nam een woensdagmiddag vrij met m’n jongste van drie jaar.
Die betreffende ochtend liet ik mijn laatste cliënt van de dag uit. Ik liet de boel de boel en liep naar mijn dochtertje, die op blote voetjes in een prinsessenjurk neuriënd in de woonkamer rommelde. Toen ik, hunkerend naar de zee, spontaan het idee opperde om naar het strand te gaan, liet ook zij de boel de boel en schoot ze met jurk en blote voeten in haar regenlaarzen. “Ja, ik ben klaar om te gaan!”. We zaten duidelijk op dezelfde level.

Mijn inmiddels puberzoon en ik bereikten deze level met regelmaat toen hij die leeftijd had. Toen was hij nog niet schoolgaand en ook nog geen grote broer. Ik had nog geen eigen praktijk en geen tweede kleine, dus samen hadden we een zee van tijd. Vanwege het stormachtige karakter van die levensfase waren we toen met hoge regelmaat op het strand te vinden om uit te waaien.
Eigenlijk begon het echte rouwverwerkingsproces van de dood van mijn moeder jaren na haar dood. Eerder had ik daar de tijd niet voor genomen. Vanuit haar ziekbed, haar overlijden en de daaropvolgende begrafenis was er tal van zaken dat geregeld moest worden en er volgde een rigoureuze renovatie van ons huis. Tegelijkertijd was ik in verwachting en heb ik mijn kraamweek in een bouwval gevierd. Zijn we, in mijn zwangerschapsverlof, tijdelijk verhuisd om de renovatie, waardoor het huis onbewoonbaar werd, voort te kunnen zetten. Daarna zijn we weer terugverhuisd terwijl ik ondertussen intern van baan veranderde en opleidingen volgde om mijn dromen waar te kunnen maken.
En dat alles zonder degene die ik op dat moment het meeste nodig had. Geen bakkies troost, geen moeder die mijn kind van me overnam als ik handen tekort kwam of het even niet meer wist en geen moederschoot om in uit te huilen als het me te veel werd. Een eenzame tijd met veel tegenslag, waar ik me vastklampte aan mijn man, m’n kleine prinsje en aan onze toekomst.
Zodoende was het ook niet raar dat na die betreffende tropenjaren pas de ruimte kwam voor het echte verwerkingsproces. Mijn zoon was toen een jaar of drie. En als het verdriet  me naar de keel vloog pakte ik ons boeltje in en vertrokken wij samen naar zee. Zoals ik als kind ook dikwijls door mijn moeder werd meegenomen om even uit te waaien. Door weer en wind.
De kleine prins viel dan halverwege de heenreis in slaap, zodat ik eindelijk onder mijn zonnebril de tranen vrij kon laten vloeien. Aangekomen bij de badplaats doorliepen we onze vaste rituelen. Eerst even de winkeltjes bekijken, vervolgens als een dolle over het strand rollen, bitterballen eten, eindigen bij het speeltuintje en dan opgeladen weer naar huis rijden.

Toen ik die betreffende woensdag in de auto stapte met de kleine meid, was ik me bewust dat oude tijden aan het herleven waren. Dat de grote broer nu echt ouder werd. Hem vol vertrouwen, achterlatend in een andere stad op een middelbare school, terwijl zij en ik onze tradities aan het voortzetten waren. Aan de manier waarop ik in de auto stapte merkte ik op dat ik destijds onder stormachtigere omstandigheden zou zijn ingestapt en dat mijn huidige zorgen een fractie zijn van het verdriet wat ik destijds met me meedroeg. Het gaf ruimte tot inzicht en besef van groei en rijping. Tja, ook ik word ouder en wellicht wat wijzer, door schade en schande.
Tijdens de autorit passeerden allerlei herinneringen de revue. Alle getrotseerde stormen en diepe dalen. De keren dat ik dacht dat ik er was, maar weer terugviel in het dal, om er vervolgens toch weer uit te klimmen. Alles wat ik vastgehouden en losgelaten had. Uiteindelijk achterlatend op dat betreffende strand met mijn zoon, terwijl ik ondertussen vanuit een kinderlijk verlangen tradities vasthield. In de hoop dat ik mijn moeders aanwezigheid zou kunnen voelen en dat ze trots op me zou zijn.

Aangekomen op het strand stapt er een klein jongetje op ons af en stelt zich keurig aan ons beiden voor. Ik ben onder de indruk van de vijfjarige charmeur. Twee jaar ouder dan mijn dochter, maar een kop kleiner neemt het mannetje haar dapper mee in zijn kielzog. En tegen haar temperamentvolle karaktertje in, laat zij zich dit keer, letterlijk, meeslepen door de ervaren strandjutter.
Ze dollen als dwazen over het strand en ontdekken een duinpan waar ze zich in storten. Dermate diep, dat het ze moeite kost er uit te klimmen. Op een afstand aanschouw ik de vermakelijke inspanningen. Het jongetje, nogal acrobatisch aangelegd en op blote voeten, heeft er aanzienlijk minder moeite mee en klautert omhoog waarna hij zich vervolgens weer in de diepte laat rollen. M’n kleine prinses heeft met haar roze regenlaarsjes aanzienlijk minder grip op de situatie. Ze worstelt zich, tevergeefs, door het rulle zand heen. Mijn moederhart geeft in dat ik haar te hulp moet schieten, maar in vertrouwen laat ik haar zelf uit haar eigen dal klimmen. Trots als ze is, vraagt ze na veel vijven en zessen, toch haar vriendje om hulp. En op ludieke wijze geeft de jonge charmeur met handen en voeten haar de hulp die ze nodig heeft om zelf uit het gat te kunnen klimmen. Waarna ze zich weer terug laat vallen, om er vervolgens helemaal op eigen benen uit te kunnen komen. Ze kijkt na de overwinning direct mijn kant op met een troste blik in haar ogen.
Vanachter mijn vertrouwde zonnebril zie ik met natte ogen toe hoe mijn dochter haar zelfredzaamheid omarmt en hoe de strandjutter haar toejuicht. En terwijl ik er niet naar op zoek ben voel ik op dat moment m’n moeders aanwezigheid en haar gedeelde trots meer dan ooit.

Op weg naar huis komt het liedje ‘Door de wind’ op de radio voorbij. De kleine meid zit achterin de auto te luisteren en is blijkbaar gegrepen. Ze wil het liedje nog een keer horen. Hoewel ik aanvankelijk niet erg onder de indruk ben van de melodie, raak ik na de zesde keer afspelen bevangen door de woorden.

Die avond kruipt mijn prinsesje, na een warm bad, rozig in haar nestje. Ik lig naast haar en ze kruipt tegen me aan. In tegenstelling tot andere avonden, zijn we even wat langer stil. Vanuit die stilte zegt ze: ‘Ootje (oma) past op ons, mama’.

Door de wind
Door de regen
Dwars door alles heen
Door de storm
Al zit alles me tegen
Door jou
Ben ik nooit alleen

Stef Bos
De volledige songtekst vind je hier.

 

 

4 thoughts on “Door de wind…

  1. Lieve Karen, wat mooi om dit mee te mogen maken. Als ik dit lees, doet het veel met me en word ik zelf ook meegenomen in je prachtige verhaal. Veel liefs en groetjes.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *