Een maatschappijtje in de maatschappij

Als ik wel eens in de put zat in mijn jonge jaren, dan koos ik altijd het perfecte moment van de week uit, om mijn moeder om raad en daad te vragen. Dat was veelal in het weekend rond sherrytijd. Zaterdagmiddag, als de boodschappen in huis waren en het huis was aan kant. Of zondag namiddag, rond sherrytijd. Dan zat ze in haar stoel voor de kachel met een tafeltje naast zich waar haar glaasje sherry en een sjekkie binnen handbereik waren. Aan de andere kant van de stoel lag een stapel kranten, tijdschriften en kruiswoordraadsels. Dat was haar ontspanning na een volle werkweek. En ook die van mij, want dan wist ik dat ze rust en tijd voor me had. Ik plaatste mij dan in de ‘kwebbelstoel’ tegenover haar, pal naast de kachel. En dan speelden we een potje pesten en begonnen we te kletsen en kwamen we uiteindelijk bij de kern van m’n levensvraagstukken, puberverdriet of andere zaken. Ik eindigde dan wel eens huilend, bij haar in de stoel. Een soort van ontlading. Dan hield ze me vast en dan zong ze een eigengemaakt wiegeliedje. En soms, als het ouder worden mij erg zwaar viel en de wereld om mij heen even te angstig was, dan fluisterde ze in m’n oor: “Jij en ik, wij hebben ons eigen maatschappijtje in de maatschappij. Met onze eigen regels, normen en waarden. Daar komt niemand tussen.”

Het is vandaag zaterdagmiddag 21 maart 2020. De dag van de lente. En de wereld om ons heen is angstig. Het is voor ons toch een bijzondere dag, want vandaag is onze jongste jarig. Drie jaar wordt ze! De kleine meid was vorig  er jaar nog niet voor te porren om zindelijk te worden, maar toen ze eind vorig jaar hoorde dat ze een prinsessenfeest zou krijgen voor haar verjaardag was de zaak gauw bekeken en werd er nauwelijks nog naast de prinsessenpot gepiest. Die overigens grote indruk achterliet, omdat Sint deze haar had geschonken, ter ondersteuning van dit stukje ‘ouder worden’.
Ze is ruim op tijd, dag en nacht, droog en fris in afwachting van haar grote prinsessenfeest. En ondanks het feit dat alle genodigden op het prinsessenbuffet noodgedwongen even weg moesten blijven, heb ik haar vanochtend, met een klein ongelukje in haar prinsessenlingerie, uit bed gehaald. “Mama, is het beneden feest?” “Nou en of!” zeg ik. En terwijl ze haar grote broer en papa wakker maakt, verheug ik me, alsof het mijn eigen kinderverjaardag is, op de aanblik van haar snuit, als ze haar ‘feest’ beneden aantreft.

Alles is roze versierd met prinsessen en unicorns. Er liggen glimmende pakjes op een prinsessen tafelkleed en er worden verspreid over de hele dag kaartjes en cadeautjes op de stoep gelegd. Het lijkt wel Sinterklaas, maar dan roze, met glitters en regenbogen. We eten haar favoriete ontbijt en zingen luidkeels mee met de pianobegeleiding van de grote broer, bij het uitblazen van de drie kaarsjes op de prinsessentaart. En als ‘uitje’ lopen we een rondje in de prinsessenjurk door Edam. Terwijl het gezin buiten blijft wachten, haal ik bij de slager voor de feestelijkheid een schotel met hapjes voor bij de borrel en bij de bloemenwinkel koop ik traditiegetrouw één flinke tak magnolia’s. De bloem die staat voor liefde, de lente. En symbool is voor reinheid en idealisme.

Terwijl de kleine prinses op haar verjaardag een schoonheidsslaapje doet en een ieder zich even terugtrekt in huis, nestel ik mij in diezelfde ‘kwebbelstoel’ tegenover de stoel van mijn moeder en ik kijk om mij heen naar al het feestelijke roze. De zon schijnt sterk in de woonkamer. Ik staar in stilte naar de kaarten en cadeautjes, de slingers en ballonnen. En naar de magnolia die, met een paar zich openende bloemen en nog dichte knoppen, in de voorjaarszon staat. Het is even vredig en stil, ondanks het gevecht dat buiten mijn maatschappijtje in de maatschappij wordt gestreden .Even net zo vredig en stil als drie jaar geleden, toen ik de laatste dagen cocoonend in afwachting van de geboorte van ons prinsesje, in serene rust doorbracht.
De magnolia stond ook toen in bloei in de kamer. Het was die avond dat ik de verloskundige belde, op verzoek van mijn man, die mijn toen nog vage klachten niet vertrouwde. Ze kwam direct langs en vroeg mij rond 21.00 uur, gekscherend, wanneer ik wilde dat de prinses geboren zou worden. “Op 21 of 22 maart?” Toen ik zei dat dit een echt lentekind zou worden zei ze lachend: “Dan zal je wel even moeten opschieten”. Twee uur later, om 23.12, werd onze lentekind geboren. Keurig op tijd!

Tijdens dit schrijven hoor ik de prinses na haar slaapje roepen. “Papa, mama, is het nog feest!?” Ik ben door het mijmeren en schrijven de tijd helemaal vergeten en ik kijk op de klok. Sherrytijd. De prinses wordt door haar vader naar beneden gedragen, de prinsessenjurk mag weer aan en de hapjesschotel van de slager wordt door de hongerige grote broer uit de koelkast gehaald. Met z’n vieren proosten we op gezondheid en vieren we het laatste deel van haar verjaardag! Het is een intiem feest, waar liefde op afstand voelbaar en waar dankbaarheid voor gezondheid groots is. En waar bewustwording van dit geheel intenser dan ooit is door hetgeen zich buiten afspeelt.

De prinses kruipt later op de avond bij me op schoot en we bekijken alle foto’s en filmpjes die we samen gemaakt hebben van deze dag. Aan de manier waarop ze tegen me aankruipt voel ik dat het tijd is om te gaan slapen. We beginnen ons avondritueel en we lopen in het donker haar kamertje binnen. Waar de dag helder blauw was, is de avond prachtig donker met felle sterren, die duidelijk schijnen door haar slaapkamerraam in de nog donkere kamer. “Kijk mama!”, roept ze, terwijl ze wijst naar de felste ster. Daarvan weten wij allebei dat daar een aantal toeschouwers op ons neerkijkt. Het is stil. Anders stil dan een reguliere zaterdagavond. Ik denk aan de strijd, die elders gestreden wordt, daar buiten mijn maatschappijtje.
We kruipen samen in haar koetsbed, omhuld met gedrapeerde tule, roosjes en unicornlampjes. We vervolgen onze rituelen. Dan kruipt ze dicht tegen me aan ik houd haar en haar nieuwe pop, die ze voor haar verjaardag had gevraagd, vast. Alles is gezegd, alle liedjes zijn gezongen en ik blijf in stilte liggen. “Waarom blijft jij liggen, mama?” Ik antwoord: “Jij en ik, wij hebben even ons eigen maatschappijtje binnen de maatschappij”.

“Look at the stars, look how they shine for you”
Coldplay

 

 

 

5 thoughts on “Een maatschappijtje in de maatschappij

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *